Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal Farao's hart verstokken, dat hij hen najage; en Ik zal aan Farao en aan al zijn heir [5]verheerlijkt worden, alzo dat de [6]Egyptenaars zullen weten, dat Ik de HEERE ben. En [7]zij deden alzo. 5. God behaalt eer, zowel in het straffen der goddelozen, als in het ontfermen over zijn uitverkorenen; Ezech.28:22; Rom.9:22,23. 6. Zowel die, welke in de zee verdrinken zullen, als die, welke in het leven blijven zullen. 7. Dat is, zij gingen terug, gelijk de Heere hun geboden had.